Facturen die onbetaald blijven verjaren. In beginsel is het zo dat een vordering verjaart na een periode van 5 jaren. Het verjaren kan worden voorkomen door de vordering te stuiten, bijvoorbeeld door middel van het verzenden van een stuitingsbrief. Echter, in hoeverre werkt dit schrijven wanneer de brief de debiteur niet bereikt omdat de brief naar een oud adres wordt verzonden? Een recent gedane uitspraak geeft hier duidelijkheid over.
De zaak tussen een bank en een debiteur
Het betrof een zaak tussen een bank en een debiteur. De debiteur had een krediet bij de bank en was de bank hierdoor een bedrag van 10.000 euro schuldig. Op 12 augustus 2009 verzond de bank een sommatie naar de debiteur en dit kan worden gezien als het stuiten van de verjaring van de vordering. Vervolgens werd de vordering door de bank gecedeerd aan een derde partij en deze crediteur startte het incassotraject op 18 oktober 2016. De debiteur gaf aan dat de vordering op 12 augustus 2014 al is verjaard, exact 5 jaar na het ontvangen van de eerste sommatiebrief van de bank.
Volgens de crediteur was de vordering niet verjaard
De crediteur, die de vordering voor de bank uit zou voeren, geeft duidelijk aan dat er vanaf 27 september 2012 al meerdere brieven zijn verzonden aan de debiteur, waardoor de verjaring van de vordering verder is gestuit. De debiteur gaf hierop aan dat deze brieven niet geldig zouden zijn, omdat deze zijn verzonden naar het oude adres en hierdoor nooit op het juiste adres zijn aangekomen.
De rechtbank geeft hierop aan dat het, volgens artikel 3:37 BW inderdaad zo is dat een verklaring pas werking heeft wanneer deze de persoon heeft bereikt waar de verklaring voor bedoeld is. Betwist de geadresseerde het ontvangen van de verklaring, dan is het aan de verzendende partij om bewijzen neer te leggen die aantonen dat de geadresseerde de verklaring redelijkerwijs heeft ontvangen.
Crediteur mocht aannemen dat de verklaring ontvangen was
De vraag in deze zaak was hiermee vooral of de crediteur mocht aannemen dat de debiteur de brieven redelijkerwijs ontvangen had. De rechtbank is van mening dat de crediteur dit inderdaad aan mocht nemen. Er was immers nooit een adreswijziging doorgegeven door de debiteur. In de algemene voorwaarden van de betreffende bank staat dat het verplicht is om een adreswijziging door te geven. De debiteur heeft deze verplichting genegeerd en daarmee mocht de crediteur aannemen dat de debiteur nog op hetzelfde adres woonde. Er werd dat ook geconcludeerd dat de vordering tijdig gestuit werd door de crediteur en dat de vordering betaald dient te worden door de debiteur.
Vertrouwen op een goede deurwaarder
Wil je het risico niet lopen dat de vordering verjaard? Laat de verjaring dan stuiten door middel van een deurwaardersexploot. Heb jij als advocaat regelmatig behoefte aan een ervaren deurwaarder? Maak dan een account aan bij FORES en je bent altijd zeker dat er een goede, betrouwbare en ervaren deurwaarder voor je klaarstaat.