In Amersfoort spraken wij met Laurens Zwaan van Zwaan Advocatuur, gevestigd in de Nieuwe Stad onder welke naam de voormalige Prodent fabriek als industrieel erfgoed nieuw leven is ingeblazen.
Mijn rechtenstudie heb ik in Maastricht afgerond. Tijdens deze studie heb ik stage gelopen bij de rechtbank Roermond en bij een advocatenbureau in Maastricht. Toen ik na mijn studie werd beëdigd als advocaat heb ik eerst ervaring opgedaan in een algemene praktijk waar ik mij bezighield met allerlei rechtsgebieden. Daarna heb ik mij gespecialiseerd in het personen- en familierecht en heb ik in 2014 mijn eigen kantoor gevestigd in Amersfoort.
Ik ben van mening dat het belangrijk is om je als advocaat te specialiseren in een bepaald rechtsgebied omdat dit focus geeft en je echt een specialist wordt in jouw vakgebied die mensen weten te vinden. Ik heb affiniteit met familierecht omdat elke zaak anders is, de ene keer sta je een ondernemer bij die internationaal zaken doet en de andere keer een moeder van 3 kinderen waarbij je op basis van een toevoeging procedeert.
Familierecht – Het belang van het kind voorop.
Regelmatig behartig ik de belangen van klanten waarbij de situatie schrijnend is, zeker wanneer er kinderen in het spel zijn. Ik ben van mening dat binnen het familierecht het belang van het kind voorop gesteld zou moeten worden. Ik schets mijn klanten altijd wat er qua juridische grondslag maximaal uit het geschil te halen valt maar geef hierbij ook aan dat het wellicht in het belang van het kind niet altijd de juiste keuze is.
Tijdens het geschil zie je vaak dat beide partijen simpelweg willen wat hem of haar toekomt en zien zij de belangen van kinderen vaak over het hoofd. Neem nu een co-ouderschap waarbij een kind gedurende de week telkens weer zijn of haar tas moet pakken. De ouders zijn blij met de oplossing maar dit is niet altijd bevorderlijk voor de nodige mate van rust en regelmaat waar kinderen bij gebaat zijn. Ik ben van mening dat zowel ouders als de rechterlijke macht hier kritisch naar moeten kijken en het kind, met behulp van pedagogische bijstand, ook moeten bevragen naar wat hij of zij wil.
Betrokkenheid – Vanuit een zakelijke relatie.
In mijn vakgebied hoor ik geregeld verhalen die echt wat met je doen. Ik probeer echter altijd een zekere zakelijke afstand te bewaren richting de klant. Ik focus me op hoe ik de belangen van mijn klant zo goed mogelijk kan behartigen zonder emotioneel betrokken te raken bij waarom het tot het geschil is gekomen. Dit is ook waarvoor de klant mij als advocaat inschakelt en hier wijs ik mijn klanten dan ook op. Op deze wijze kan ik mij focussen op wat er juridisch mogelijk is in de zaak en hier mijn klant zo goed mogelijk in bijstaan.
Schikken – In veel opzichten beter dan procederen.
Tijdens het bijstaan van mijn klanten onderzoek ik altijd eerst of er een mogelijkheid is om tot een schikking te komen. Ik ben van mening dat wanneer partijen bij elkaar gebracht kunnen worden en ze het eens worden, de gemaakte afspraken vaker tot een einde in het geschil leiden dan bij een procedure.
Ik kom veel tegen dat na een lange procedure, waarbij er tegen de eerste uitspraak in beroep wordt gegaan, de verliezende partij zich nog steeds niet aan de rechterlijke uitspraak houdt. Ook al is de procedure in zo’n situatie ten einde, betekent dit vaak niet dat het geschil of de ellende die partijen ervaren hierna ophoudt.
Om met beide partijen tot een convenant te komen bied ik ook mediation aan. Dit kan ertoe leiden dat er een einde komt aan vervelende kwesties die soms al lang lopen zonder dat de gang naar de rechter nodig is.
Gesubsidieerde rechtsbijstand – zorg voor betere controle.
Ik vrees dat als de plannen doorgaan en er daadwerkelijk geen geld bij komt dat het voor veel advocaten een reden kan zijn om niet langer toevoegingszaken aan te nemen. Dit vanwege het feit dat de vergoeding vaak niet in verhouding staat met de kosten om deze zaken te kunnen behandelen. Zelf vind ik het belangrijk om naast betalende klanten ook klanten met een toevoeging bij te staan, aangezien iedereen recht heeft op juridische bijstand. Wel zou er een betere controle moeten plaatsvinden met betrekking tot wie er aanspraak kan maken op een toevoeging en wie niet. Hierbij alleen kijken naar het fiscaal jaarinkomen is te kort door de bocht. Het geld wat nog wel beschikbaar is voor gesubsidieerde rechtsbijstand hoort alleen bij die mensen terecht te komen die het echt nodig hebben.
Digitalisering – het zal nog wel even duren.
Dat er momenteel een reset heeft plaatsgevonden met betrekking tot KEI geeft al aan hoe lastig het is om een digitaliseringsslag te maken binnen de rechtspraak. Je hebt met zoveel verschillende processen, rechtbanken en ketenpartners te maken dat het erg lastig zal zijn om dit allemaal samen te brengen. Maar als je ziet dat er nog altijd gebruik wordt gemaakt van de fax en ik bij het instellen van een beroep alle stukken in vijfvoud moet aanleveren bij de rechtbank, dan hoop ik dat het er toch een keer van komt.
Daarnaast bestaan er online aanbieders die voor lage tarieven hulp bij scheiding aanbieden. Dit is niet per definitie een slechte zaak, maar hierbij is het wel nodig dat beide partijen bereid zijn elkaar wat te gunnen en er samen uit willen komen. Verder hoor je steeds meer over artificial intelligence en dat computers in de toekomst ons werk kunnen gaan overnemen. Ik geloof echter dat dat zo’n vaart niet zal lopen en dat er altijd een menselijke maat nodig blijft bij het bijstaan in juridische kwesties.
Digitale hulpmiddelen om ons werk makkelijker te maken, zoals de FORES webapplicatie juich ik toe. Zij zorgen ervoor dat je meer tijd kan besteden aan datgeen waarvoor je bent ingeschakeld!
Elke maand zullen wij een stuk publiceren op onze website onder de rubriek “op het Tableau”! In deze rubriek zullen wij één van de deelnemende advocaten interviewen en aan u voorstellen.